Nieuwe versterking bij DuveFit: Gedragsdeskundige Harmen

 

In de aanmeldingen zien we de afgelopen tijd een ontwikkeling naar steeds complexere problematiek en hulpvragen. Zo krijgen we in toenemende mate te maken met casuïstiek waarbij sprake is multi-problematiek of ernstige psychische stoornissen en beperkingen. Denk daarbij aan (combinaties van):

  • Trauma’s
  • Langdurig huiselijk geweld
  • Persoonlijkheidsproblematiek
  • Eetstoornissen
  • Automutilatie
  • Ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag

Om ook bij ernstigere problematiek een zorgvuldig en meer specialistisch passend antwoord te bieden vinden we het noodzakelijk om dergelijke hulpvragen met passende expertise door onze ervaren gedragsdeskundige, Harmen te laten analyseren, begeleiden en behandelen in combinatie met onze hulpverleners. Hieronder legt hij uit wat hij betekent voor DuveFit en onze cliënten.

 

Wat doet de gedragsdeskundige voor DuveFit?

 

Geïntegreerde therapie
Als gedragsdeskundige biedt ik vanaf de intake tot de nazorg geïntegreerde therapie. Daarbij verbind ik mediërende cognitieve gedragstherapie aan zowel het dagelijks leven van de cliënt als de psychomotorische begeleiding en therapie van de sportbegeleiders.

Dit gebeurt door gesprekken met de cliënt, afstemming met de sportbegeleiding en afstemming met het netwerk al dan niet in overlap met elkaar. Inhoudelijk zoek ik samen met de cliënt vanuit een ontwikkelingsanalyse en functionele- en betekenisanalyse van het gedrag, naar nieuwe cognities en gedragspatronen om de ervaren problemen te verhelpen of tekorten op te lossen.

1. Dagelijks leven van de cliënt

Voor dit deel is de cliënt en zijn of haar netwerk verantwoordelijk. In het dagelijks leven worden aangeleerde competenties en gedragspatronen in de praktijk gebracht en de positieve ontwikkelingen geborgd zodat deze ook in
stand blijven na voltooiing van de behandeling.

2. Psychomotorisch begeleiding en therapie
Voor dit deel is de sportbegeleiding samen met de cliënt verantwoordelijk. Doormiddel van oefeningen worden verbanden gelegd tussen het psychisch functioneren in fysieke en motorisch uitdagende oefeningen. Daarbij worden regelmatig situaties uit het dagelijks leven opgezocht of nagebootst (overlappende deel met 1.).

Naargelang de problematiek trachten we via een motorische invalshoek een aanbod te doen met de volgende mogelijkheden:

  • functioneel-structurele verbetering
  • het ontdekken van nieuwe psychomotore ervaringen
  • competentieondersteuning en bewegingsspel
  • specifieke thematische aanpak (bijv. stressregulatie, traumaverwerking, relatieopbouw…)
  • motorische ondersteuning
  • algemene ontwikkelingsbevordering bij achterstanden vanwege verstandelijke of psychische beperkingen

 

3. Mediërende cognitieve therapie
De behandelaar is samen met de cliënt verantwoordelijk voor dit deel van de therapie. De intake en het begin van deze therapie staat in het teken van het vormen van een beeld ten aanzien van de mogelijkheden en gedragspatronen van de cliënt. We onderzoeken doormiddel van gesprekken en het bijwonen van de psychomotorische begeleiding en therapie (overlap 2.) wat de invloed hiervan is op de aangemelde problematiek. Afhankelijk van de zorgvraag worden therapeutische ondersteuning en/of psycho-educatieve interventies opgestart. Doormiddel van het voeren van gesprekken maakt de behandelaar samen met de cliënt functie- en betekenisanalyses van het gedrag en vervangt niet-helpende cognities van de cliënt door helpende cognities. Vervolgens worden deze nieuwe cognities tot nieuwe gedragspatronen vertaald, welke we gaan uitproberen in het dagelijks leven (overlap 1.) en in de psychomotorische begeleiding en behandeling (overlap 2.). Daarbij trekken de sportbegeleiders en behandelaar ook regelmatig samen op. Het doel van de mediërende cognitieve therapie is het ontwikkelen van nieuwe denkvaardigheden en/of het vermogen tot zelfstandig leren vanuit een nieuw perspectief.

De combinatie en integratie van deze vormen van begeleiding en therapie met het dagelijks leven van de cliënt zorgen ervoor dat het geleerde (3. cognitief) ook direct kan worden ervaren (2. psychomotorisch) en geborgd wordt in succeservaringen in het dagelijks leven (1.).

Harmen Sterk